Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

fiscaal 2022 en privé

Geplaatst op: 23-09-2021, 19:09:52

De belangrijkste wijzigingen op een rijtje gezet.

1. Aanpassingen bijleenregeling eigen woning (eigenwoningreserve)

Een eigenwoningreserve (EWR) ontstaat als iemand zijn woning verkoopt met overwaarde. Deze reserve beperkt de hoogte van het bedrag waarvoor een eigenaar een nieuwe hypotheek mag afsluiten, waarvan de hypotheekrente aftrekbaar is. Dit gegeven noemen we de bijleenregeling. Om ongewenste situaties te voorkomen, past de Belastingdienst deze regeling nu in drie gevallen aan:

  1. Bij huwelijksgemeenschap: met ingang van 2022 wordt de EWR niet meer verdeeld over huwelijkspartners, tenzij sprake is van algehele gemeenschap van goederen. De partner die geen eigenaar was van de vorige woning wordt niet vanwege de EWR van de andere partner beperkt in het aftrekken van hypotheekrente voor een volgende woning.
  2. Bij overlijden: vanaf 1 januari 2022 gaat de EWR van de overledene niet meer over op de andere fiscale partner. De langstlevende partner wordt niet langer beperkt door de EWR van de overleden partner bij het aftrekken van hypotheekrente.
  3. Bij aankoop van een woning door samenwoners of gehuwden (niet in gemeenschap van goederen): vanaf 2022 geldt dat partners voor het volledige bedrag van de eigenwoningschuld renteaftrek krijgen wanneer zij samen voldoende rekening houden met de EWR van een of beide partners. Dit doen zij door samen voldoende eigen geld te gebruiken voor de aankoop van de woning.

2. Aanpassingen aflossingsstand

Bij verkoop van een woning waarbij de eigenwoningschuld nog niet volledig is afgelost, ontstaat een aflossingsstand; het restbedrag van de schuld en de nog resterende termijn waarbinnen deze schuld moet zijn afgelost. Om in aanmerking te komen voor renteaftrek, moet men bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek rekening houden met deze aflossingsstand: dit deel moet in een kortere tijd worden afgelost. Deze regeling wordt nu in drie gevallen aangepast om ongewenste situaties te voorkomen:

  1. Bij huwelijksgemeenschap: vanaf 2022 blijft de aflossingsstand bij de partner bij wie de aflossingsstand is ontstaan. De partner die nooit een eigen woning heeft gehad, heeft dan geen aflossingsstand en hoeft dan ook niet de eigenwoningschuld binnen kortere tijd af te lossen om hypotheekrente te mogen aftrekken.
  2. Bij overlijden: vanaf 2022 gaat de aflossingsstand van de overledene niet meer over op de andere fiscale partner, maar komt deze te vervallen. De langstlevende partner hoeft dan niet binnen kortere tijd de eigenwoningschuld af te lossen om hypotheekrente te mogen aftrekken.
  3. Bij aankoop van een woning door samenwoners of gehuwden: vanaf 2022 geldt dat partners die voldoende rekening houden met de aflossingsstand van een of beide partners toch voor het volledige bedrag van de EWS renteaftrek krijgen. De inzet van de aflossingsstand wordt voor de partners gezamenlijk beoordeeld.

3. Aanpassingen bestaande eigenwoningschuld (BEWS)

De BEWS is een eigenwoningschuld van vóór 1 januari 2013. Voor 2013 hoefde een eigenwoningschuld niet te voldoen aan de aflossingseis om hypotheekrente te mogen aftrekken. Een BEWS hoeft ook na 2013 niet te voldoen aan de aflossingseis. Deze regeling wordt nu in twee gevallen aangepast om ongewenste situaties te voorkomen:

  1. Bij aankoop van een woning door samenwoners of gehuwden: vanaf 2022 mogen partners de BEWS van één of beide partners naar rato van ieders aandeel in de nieuwe hypotheek inzetten. De partner die eerst geen BEWS had en daardoor nu wel, hoeft over dat deel van de schuld ook niet te voldoen aan de aflossingseis.
  2. Bij overlijden: nu moet de langstlevende partner de maximale BEWS-ruimte van de overleden partner benutten in de oversluitperiode voor een BEWS. Vanaf 2022 is dit niet langer verplicht. Zo kan de langstlevende partner kiezen wat het beste past bij zijn of haar financiële situatie.

4. Overdrachtsbelasting

Sinds 1 januari 2021 betalen starters onder de 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting (ovb) bij aankoop van hun woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen, betalen 2%. Kopers die de woning niet zelf gaan bewonen, betalen 8%. Door onvoorziene omstandigheden die optreden na de koop maar voor de overdracht, kan het gebeuren dat de woning niet zelf bewoond gaat worden. Bijvoorbeeld als kopers scheiden, of als een van beiden komt te overlijden. Vanaf 2022 geldt in zo’n omstandigheid onder voorwaarden niet het hoge tarief van 8%.

5. Subsidieregeling elektrische auto

Het budget voor de subsidieregeling particuliere emissievrije auto’s (SEPP) gaat in 2022 omhoog. Deze regeling heeft ook als doel om de aanschaf van tweedehands emissievrije auto’s en private lease te stimuleren. De precieze invulling van de hoogte van de subsidiebedragen werkt het kabinet in de komende periode uit.

6. Inkomensafhankelijke combinatiekorting

De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2022 met € 318,- verlaagd . Vanaf een arbeidsinkomen van ongeveer € 27.350 geldt de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze verlaging houdt verband met de uitbreiding van het ouderschapsverlof per 2 augustus 2022 tot 9 weken doorbetaald verlof. De kosten daarvan worden gecompenseerd door de verlaging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

7. Afschaffing aftrek scholingsuitgaven

Per 1 januari 2022 wordt de aftrek voor scholingskosten afgeschaft. Een subsidieregeling vervangt de fiscale aftrekpost: het STAP-budget (Stimulering Arbeidsmarktpositie). Vanaf 1 maart 2022 kunt u het STAP-budget bij UWV aanvragen van maximaal € 1.000 euro per jaar voor een opleiding. De fiscale aftrek geldt nog voor scholingskosten die zijn betaald in 2021.

Ga terug naar de vorige pagina